Uitbreidingen

Volgens de testnorm is het mogelijk om de brandklep te installeren in een wand van hetzelfde type als de gestandaardiseerde draagconstructie gebruikt tijdens de test, mits deze wand een grotere of gelijkwaardige brandweerstand heeft. De wand moet dus een grotere dikte, een hogere dichtheid, of een extra aantal lagen tonen.

De testresultaten verkregen in een draagconstructie uit cellenbeton zijn bovendien van toepassing in massieve draagconstructies uit holle blokken mits de holle blokken in de sparing gevuld worden met mortel dat geschikt is voor de gevraagde brandweerstand. En dit, voordat de sparing rond de brandklep wordt afgedicht.

Voor de flexibele constructies is het bovendien mogelijk de test­resultaten uit te breiden naar:

  • Een massieve constructie met een dikte en brandweerstand groter dan of gelijk aan deze van de geteste wand. De afdichting dient hierbij hetzelfde te zijn als de in de lichte wand geteste afdichting. De installateur mag bijv. een afdichting die uitgevoerd is met steenwol en afdekplaatjes niet vervangen door een afdichting met mortel of gips (tenzij zo getest).
  • Een flexibele constructie zonder isolatie tussen de beplating in gipskarton, dit zelfs indien de test met isolatie werd uitgevoerd. Wel op voorwaarde dat de niet-geïsoleerde wand minimaal dezelfde brandweerstand heeft als de geteste wand inclusief isolatie.

Zie vaak voorkomende uitbreidingen in de hierna volgende tabel